Willy riep al zijn visvrienden bij elkaar en deelde zijn plan. "Ik ga vliegen zoals een vogel!" verklaarde hij. Zijn vrienden keken hem verbaasd aan. "Maar Willy," piepte een kleine sardine, "walvissen kunnen niet vliegen!"
Onverstoord ging Willy verder met zijn voorbereidingen. Hij verzamelde honderden zeewierballonnen en bond die stevig om zich heen, in de hoop dat ze hem de lucht in zouden tillen. Met een flinke sprong lanceerde hij zichzelf uit het water, maar in plaats van op te stijgen, plonsde hij terug in de oceaan met een enorme golf.
Ondanks de mislukking bleef Willy optimistisch. De volgende dag probeerde hij het weer, dit keer met de hulp van een school octopussen die beloofden hem te katapulteren met hun tentakels. Ze telden af: "Drie, twee, een!" en lanceerden Willy met al hun kracht.
Willy schoot door de lucht, flapperend met zijn vinnen alsof hij vleugels had. Voor een glorieus moment geloofde hij echt dat hij vloog. Maar de zwaartekracht won het uiteindelijk toch en Willy belandde weer in het water, ditmaal met een nog grotere plons.
Zijn vrienden zwommen snel naar hem toe, bezorgd dat hij gewond was geraakt. Maar Willy was ongedeerd en lachte vrolijk. "Misschien kan ik niet vliegen, maar springen gaat me goed af!" riep hij uit. En vanaf die dag stond hij bekend als Willy de Springende Walvis, die elke dag uit het water sprong, lachend en spetterend, gelukkig met zijn nieuwe manier van "vliegen".